Tammingahuizen


De borg Tammingahuizen heeft gelegen tussen Kroddeburen en Winneweer en lag aan de oude Stadsweg. De borg kent een rijke geschiedenis.

Over de eerste eeuwen van de borg vonden we informatie in het op internet verschenen boek "Tamminga, Een Familiegeschiedenis, deel 1 - De familie Tamminga", van Koos Tamminga op tammingaeducatief.nl.

1. Tyarck To Tammynghe I, ???? <> 1241
    Titel: Heer van Ten Post
    Zoon: Jarich
Rond 1230 horen we voor het eerst van een Tamminga te Wittewierum. Hij was de zoon van Egbert Burggraaf van Groninghe. Via zijn vader kreeg hij enige landerijen in Wittewierum die de benaming Temynghe hadden. Daarom noemde hij zich To Tammynghe.
Hij vocht samen met de Friezen bij Enkhuizen en kreeg voor zijn aandeel in de strijd enige ommegangen in Hornhuizen. Tyark vestigde zich in Wittewierum en bouwde daar een versterkt huis.


2. Jarich to Tammynghe I, 1280 <> 1343
    Titel: Heer van Ten Post en Hornhuizen
    Kinderen: Liudo, Anteko, Rombert
Liudo ging naar Hornhuizen, Anteko bleef in Wittewierum en Rombert ging naar Peins.

3. Anteko Tamminga, ???? <> 1345!
    Titel: Heer van Ten Post
    Zoon: Tyark
Een oorkonde uit 1355 vertelt dat Anteko nu de heerser was van Tammingahuizen. Hij verkreeg toen zijn grootvaders steenhuis met rechten en ommegangen.

4. Tyarck Tamminga II, ???? <> 1368
    Titel: Heer van Wittewierum en Ten Post
    Kinderen: geen
In 1368 was Tyarck aanwezig bij de ondertekening van het verdrag tussen Fivelgo en Groningen. Hij was sinds kort door de opkoop van ommegangen en rechtstoelen dorpsheer over Wittewierum geworden. Tevens onderhield hij een bende huurlingen om zijn rechtspraak in de landerijen rond zijn steenhuis te verzekeren. Zijn neef volgde hem op.

5. Tyark Tamminga III, ???? <> 1447, zoon van Tyarck II
    Titel:
    Kinderen: dochters Ide en Ywe
Tyarck nam Tammingahuizen over van zijn vader. Hij was de laatste mannelijke telg van de familie Tamminga die de borg Tammingahuizen beheerde. Zijn dochter Iwe werd geboren in 1416. Zij trouwde met Eger Clant, en kregen samen 1 zoon, genaamd Otto. Het huis en landerijen gingen nu over op de familie Clant.

tot zover de informatie uit het boek van Koos Tamminga.


In 1995 is archeologisch onderzoek gedaan op de plek van Tammingahuizen. Hierbij werden onder het niveau van de borggracht twee muurtjes op een houten constructie gevonden. Daarnaast is op verschillende plaatsen op het borgterrein materiaal uit de late middeleeuwen aangetroffen. Het gaat om aardewerk, te dateren in de 13e en 14e eeuw. De gevonden muren stammen ook uit die tijd.

16e eeuw
In 1544 bezit Otto Clant, hoofdeling te Stedum en Scharmer, een heerd land, Tammingahuis genaamd. In 1564 is Otto's zoon Hendrik Clant eigenaar van Tammingahuizen. Hij woont met zijn vrouw Bele Froma op Tammingahuizen. Met het verraad in 1580 van de Groninger stadhouder Rennenberg, wijkt de staatsgezinde Hendrik uit.
In 1587 wordt Tammingahuizen bij keerskoop (openbare verkoop waarbij geboden kan worden zolang een kaars brand) verkocht. Koper is Hendrik's broer Wigbold Clant. Voor het eerst wordt Tammingahuizen dan omschreven als een voorhuis en zijtkamer, met poort, heem, grachten, zijlrechten, redgerrechten en alle heerlijkheden. Het bijbehorende bezit wordt dan omschreven als 42 1/2 gras groot. Op basis hiervan weten we dat Tammingahuizen door grachten omgeven was en een poort en heminge bezat.

17e eeuw
In 1617 overlijdt Wigbolt Clant, waarna Tammingahuizen wordt verkocht. De borg komt dan in het bezit van de familie van Ewsum. In 1627 komen we als eigenaar Christoffel van Ewsum (Overleden 1644) tegen en in 1662 zijn zoon Ulrich van Ewsum (overleden 1706). Ulrich van Ewsum, getrouwd met Emilia Mackdowel, was een belangrijk man. Hij was heer van Tammingahuizen en jonker en hovelinck van Ten Post en Garrelsweer. Tammingahuizen was de hoofdzetel van de Van Ewsums. We weten hoe Tamminagahuizen er uit heeft gezien onder de Van Ewsums. De borg is namelijk afgebeeld op een wandkaart van de Provincie Groningen gemaakt door Wilhelm en Frederik Coenders van Helpen uit 1677-1678.




De borg bestaat uit twee haaks op elkaar staande vleugels in een T-vorm en is door een gracht omgeven. Onder de Van Ewsums krijgt het borgterrein zijn huidige gedaante. Was er eerst alleen sprake van een noordelijk en zuidelijke borgstee, onder de Van Ewsums wordt de borg uitgebreid met een westelijk bijterrein waarop het schathuis kwam te staan.

Overzicht van het borgterrein:
B Borgstee
C Hoofdgracht
D Tussengracht
E Bijterrein
F Bijgracht
G Singel
I Singelsloot
J Laan tussen stadsweg en borgterrein
L Stadsweg
M Laan tussen trekweg/rijksweg en borgterrein
O Trekweg/rijksweg langs Damsterdiep
P Damsterdiep

Als gevolg van de aanleg van de trekweg wordt ook een oostelijke toegangsweg naar de borg aangelegd. Na de dood van Ulrich erft zijn dochter Johanna Emilia van Ewsum (1659-1719) en haar man Rudolf Polman van Garreweer (overleden 1719) de borg.

18e eeuw
Na de dood van zowel Johanna Emilia als Rudolf Polman in 1719 erft hun dochter Ida Johanna Polman (1689-1732) de borg. In 1712 trouwt Ida Johanna met Bernhard Gruys (1694-1733). In 1732 overlijdt Ida Johanna bij de bevalling van een tweeling. Bernard Gruys sterft een jaar later. De erfenis van Bernard was vermoedelijk bezwaard met leningen, wat tot verkoop van de borg leidt. De borg wordt gekocht door artilleriemeester Allard Lucas Gruys. Dit is overigens geen directe familie van Bernard Gruys.

In 1737 worden noodgedwongen de goederen en rechten van Allard Lucas, met een waarde van in totaal 10.000 gulden, verkocht om schulden af te lossen.
Hierbij worden de rechten en bezittingen gescheiden. De rechten , zoals collaties en eesterrechten worden gekocht door Egbert Rengers van Farmsum (overleden 1745). De borg en de landerijen worden verkocht aan Jakob Themmen (1685-1764) en zijn vrouw Hillechien Cornelis Cruisinga (1685-1764). Jakob Themmen is een vermogend man met vele ambten.Zo is hij gedeputeerde van de provincie Groningen. Themmen krijgt geen kinderen. De borg wordt daarom voor een helft geërfd door de nazaten van Jakob's zuster, Dieuwer Themmen en voor de andere helft door de twee stiefzonen uit Hillechien's eerste huwelijk. Het lukt de gezamenlijke erfgenamen niet om Tammingahuizen te verkopen. De gebroeders Cornelis en Brond Brontsema kopen daarop  in 1765 het erfrecht van Dieuwer Themmen. Vermoedelijk hebben de gebroeders de borg vervolgens gesloopt en de landerijen verkocht. De landerijen zijn daarna gebruikt als boerenland. In 1995 werd door Staatsbosbeheer, dan eigenaar van het gebied, het borgterrein in zijn oude staat hersteld.

Bovenstaande tekst is in aanleg een bewerking van: Historisch Jaarboek Groningen 2003, Ronald van Immerseel, ISBN 9-232-4024-3.

Huidige situatie op de plaats waar Tammingahuizen ooit stond:
Grotere kaart weergeven